MER IPNR Landschap

 

Landschapsschetsen Integraal Plan Noordrand Rotterdam

MER IPNR 1991

Deze ontwerpstudie 'Landschapsschetsen Integraal Plan Noordrand Rotterdam', is te beschouwen als een aanzet voor de compenserende en mitigerende maatregelen, zoals deze in het kader van de MER IPNR dienen te worden beschreven. De studie richt zich met name op de ruimtelijke effecten van de drie ingrepen, die in het kader van het IPNR worden voorgesteld in de noordelijke stadsrand van Rotterdam, namelijk:

  • een nieuw stedelijk gebied;
  • een nieuwe luchthaven;
  • een nieuwe rijksweg.
 

IPNR

 

De mogelijke ruimtelijke effecten van de nieuwe rijksweg op het landschap van het onderzoeksgebied, worden vervolgens verder uitgewerkt en geconcretiseerd. De huidige ruimtelijke hoofdstructuur van het landschap in het onderzoeksgebied is in hoofdlijnen te omschrijven als het samenstel van een viertal landschappelijke eenheden met een eigen ruimtelijke identiteit.

De loop van de Schie en de Rotte en de plaats, waar zij uitstromen in de Oude Maas, is hierop van bepalende invloed geweest. Met name de verkavelingsrichtingen, het bebouwingspatroon en het wegenpatroon zijn er grotendeels aan opgehangen. Dit gegeven dient bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen verder versterkt te worden en dient als een belangrijk aangrijpingspunt bij het sturen c.q. inpassen van de ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke elementen in het landschap van het onderzoeksgebied. Naast dit centrale gegeven zijn er nog een aantal belangrijke aangrijpingspunten te noemen:

  • de linten of 'lage' ruggen .
  • de lanen .
  • de open ruimten c.q. weidegebieden.
  • beplantingselementen.
  INPR Landschap
 

Deze ruimtelijke aangrijpingspunten vanuit het landschap zijn aangewend bij het ontwikkelen van de landschapsschetsen voor de acht planalternatieven. In de acht planalternatieven zijn de drie ingrepen, zoals die in het kader van het IPNR worden voorgesteld, en hun ruimtelijke varianten steeds op een zodanige wijze gecombineerd dat ze elkaar in hun ruimtelijke constellatie versterken. Binnen de landschapsschetsen zijn ze vervolgens, binnen een bepaald ruimtelijk concept, op een zo optimaal mogelijke wijze ingepast in het landschap van het onderzoeksgebied.

De ruimtelijke varianten van de planelementen in de landschapsschetsen zijn achtereenvolgens:

- voor het stedelijk gebied:

  • de ligging van de groenzone c.q. waterplas, respectievelijk zuidwestelijk van de woonwijk 'Rijs en Daal', centraal in de woonwijk van oost naar west en centraal in de woonwijk van noord naar zuid;
  • de ligging van de stedelijke as en knoop, respectievelijk via de Oude Bovendijk / Kleiweg en evenwijdig hiervan, iets meer naar het westen verschoven.

- voor de luchthaven:

  • de ligging, respectievelijk Noord en Zuid, gekoppeld aan de ligging van de startbanen.

-voor rijksweg 16/13:

  • het tracé, respectievelijk 'binnen door', 'buiten om' en 'op de rand'
  • de ligging ten opzichte van het maaiveld, respectievelijk 'hoog' en 'laag', waarbij de aansluitingen op het Terbregse Plein en de AB steeds 'hoog' dienen te geschieden;
  • de kruisingen met de Rotte en Bergweg Zuid steeds 'laag' en de kruising met de Hofpleinlijn 'hoog' dienen te geschieden. Dit laatste met uitzondering van de planalternatieven, waar de nieuwe rijksweg zuidelijk van de nieuwe luchthaven getraceerd is. In dit geval dient deze kruising 'laag' te geschieden.

- voor het openbaar vervoer:

  • het tracé van de Hofpleinlijn, de noord-zuid metrolijn en de eventueel te realiseren hogesnelheidslijn, respectievelijk volgens het huidige Hofpleintracé en volgens een tracé evenwijdig hieraan, iets naar het westen verschoven, gekoppeld aan de verschoven stedelijke as.

- voor de intermediaire zone tussen stad en buitengebied:

  • respectievelijk een half-natte variant, met verbrede sloten in de Polder Schieveen en een grote waterplas in de Boterdorpsche en Schiebroeksche Polder, gecombineerd met bosaanplant en een natte variant, met een grote waterplas in de Polder Schieveen en een kleine waterplas in de Boterdorpsche Polder, gecombineerd met weidebouw.

  IPNR
 

De acht landschapsschetsen zijn achtereenvolgens:

  • landschapsschets planalternatief 1. Variant RW16/13, 'binnen door';
  • landschapsschets planalternatief 1. Variant RW16/13, 'buiten om';
  • landschapsschets planalternatief 2. RW20 verbreed, met luchthaven;
  • landschapsschets planalternatief 3. av, met luchthaven;
  • landschapsschets planalternatief 4. Autonome ontwikkelingen;
  • landschapsschets planalternatief 5. RW16/13, 'op de rand';
  • landschapsschets planalternatief 6. R W20 verbreed, zonder luchthaven;
  • landschapsschets planalternatief 7. OV, zonder luchthaven.

De ruimtelijke effecten van de nieuwe rijksweg op het landschap van het onderzoeksgebied en de mogelijkheden van inpassing, zijn verder uitgewerkt en geconcretiseerd, door middel van een inventarisatie van de ontwerpmiddelen, en door middel van principedetails en dwarsdoorsneden. Tenslotte moet hier de kanttekening worden geplaatst dat deze mogelijkheden van ruimtelijke ontwerpstudie slechts een aanzet kan geven voor de inpassing in het landschap van de drie ingrepen, die in het kader van het IPNR worden voorgesteld. Eén en ander wordt ondermeer veroorzaakt door het verschillende nivo van abstractie en uitwerking, waarop de plannen, zoals deze voor de afzonderlijke ingrepen zijn ontwikkeld, zich momenteel bevinden. Zowel uit de beelden van de landschapsschetsen, als uit de beelden van de principedétails, mag het belang blijken van een integrale benadering voor het Integraal Plan Noordrand Rotterdam. Integraal in de zin van de ruimtelijke samenhangen in het landschap en integraal in de zin van de drie afzonderlijke ingrepen, die in het kader van het IPNR worden voorgesteld, in hun onderlinge samenhang. Tevens blijkt het belang van het in een vroeg stadium ontwikkelen van gedetailleerdere plannen om vervolgens de terugkoppeling te kunnen maken naar plannen van een hoger schaal- en abstractieniveau, om deze vervolgens bij te kunnen stellen.

In opdracht van Projectbureau IPNR
binnen bureau Zantvoort Ordening&dvies in samenwerking Niké van Keulen

begin document